fbpx

Je ouders naar het verzorgingstehuis: hoe zit dat financieel?

Ouders naar verzorgingstehuis

Een lastig moment: thuis gaat het echt niet langer, dus een van je ouders moet naar een verzorgingstehuis. Behalve dat het er emotioneel behoorlijk kan inhakken, is het financiële gedeelte zo ongeveer hogere wiskunde. Wat moet je weten?

Lees ook
Omgaan met demente ouders

verzorgingstehuis

Ouders naar het verzorgingstehuis

Een prima pensioen en een vrijwel afbetaalde woning: je ouders lijken het goed voor elkaar te hebben. Maar dan moet je vader of moeder naar een verpleeghuis of een verzorgingshuis. Of mogelijk gaan ze allebei. Ze krijgen dan ineens te maken met een eigen bijdrage die ze moeten betalen, en dat bedrag kan behoorlijk oplopen. Bovendien zit de wet- en regelgeving behoorlijk ingewikkeld in elkaar. Bij het bepalen van de eigen bijdrage spelen de hoogte van het inkomen en het vermogen een belangrijke rol. De eerste zes maanden betaal je ‘de lage bijdrage’, zoals ze dat noemen. En dat is niet hetzelfde als ‘een’ lage bijdrage. Dé lage bijdrage bedraagt in 2018 maandelijks minimaal € 161,80 en maximaal € 850,-. Op de website van het CAK lees je meer over die lage en hoge eigen bijdrage en vind je bovendien een rekenhulp.

Daar gaat je huis

Na zes maanden gaan de meeste bewoners de hoge eigen bijdrage betalen. Die kan flink oplopen. Op de website van het CAK staat het heel optimistisch: u betaalt in 2018 nooit meer dan € 2.332,60 hoge eigen bijdrage per maand. Wat! Als je denkt dat dit maximum alleen voor ‘rijke’ mensen geldt,  kun je er nog flink naast zitten. Want ‘het vermogen’, dat meespeelt bij het bepalen van die eigen bijdrage, kan behoorlijk groot zijn door het bezit van een eigen woning. Dat is niet meteen het geval, maar twee jaar na de verhuizing naar een verzorgingshuis gaat de woning wel van Box 1 naar Box 3 als de woning na vertrek leegstaat. En Box 3 gaat over het vermogen…

Hoeveel??!

Voor ouderen, die doorgaans zuinig hebben geleefd, is het wrang en bijna onverteerbaar om opeens meer dan tweeduizend euro per maand te moeten betalen voor hun woonruimte. Wat het hele rekenfeest nog wat ingewikkelder maakt, is dat de ‘peildatum’ voor de extra bijdrage wettelijk twee jaar eerder is. Dus de peildatum voor het bijdragejaar 2018 is 1 januari 2016. Er zijn wel wat slimme trucjes, maar dan moet je dus wel op tijd zijn. En dat maakt het lastig, want voor de generatie die doorgaans spaarzaam door het leven is gegaan, zijn de mogelijkheden om die hoge bijdrage te voorkomen best ingewikkeld.

Uitgeven die handel!

Hoe verlaag je dat vermogen in Box 3? Op de site van de belastingdienst staan wat suggesties: koop inboedel, een auto, kunst. Of wat bossen (dit verzinnen we niet). Een ander idee: ga ‘groen’ beleggen: daar zit een vrijstelling op. Ook slim: je ouders kunnen geld storten in een uitvaartverzekeringsfonds of een andere overlijdensrisicoverzekering; de maximale vrijstelling is € 7.033 (2018). Ook schenkingen aan kinderen en kleinkinderen zijn een optie. Schenkingen op papier zijn het overwegen waard en een slimmere inrichting van het testament is geen overbodige luxe. Zo kunnen je ouders laten opnemen dat de erfdelen van de kinderen opeisbaar zijn als de langstlevende in een zorginstelling komt te wonen.

Zoek hulp

Je komt nooit onder die eigen bijdrage uit, maar er zijn wel mogelijkheden om de hoge bijdrage te verlagen. Vanwege die vroege peildatum is het dus belangrijk om dit op tijd te regelen. Het is verstandig om hulp in te schakelen van een financieel adviseur of een notaris, omdat er heel veel regels en voorwaarden mee gemoeid zijn. Er is veel te vinden op internet, maar soms zijn regels alweer achterhaald of klopt het niet helemaal. Bovendien speelt de emotie in dit soort aangelegenheden vaak een rol en een onafhankelijke derde is dan geen overbodige luxe.

Lees ook
Het geheim van gezond oud worden