Koken moet ontspannen zijn, vindt kok, auteur en presentatrice Yvette van Boven. Ze geeft hier haar vijf basics om stress in de keuken te voorkomen.
Lees ook:
5x koken op de camping
De beste basics
1. Begin met lezen
“Lees het recept helemaal door, nog voordat de potten en pannen uit de kast komen. Niets zo vervelend als halverwege het koken ontdekken dat het vlees vijf uur moet marineren of drie uur in de oven moet. Sommige mensen raken gestrest als ze gaan koken, zeker als dat voor anderen is. Zonde, want koken moet leuk zijn. Probeer te ontspannen in de keuken, ook als er gasten aan tafel zitten. Wie een nieuw recept wil maken, kan dat het best vooraf een keer uitproberen. Zo wordt duidelijk hoe het moet worden gemaakt én of de smaak wel bevalt. Zie het recept als een leidraad, maar pas het gerust naar eigen smaak aan. Neem zeker de eerste keer de tijd om het te maken, ook kan het volgens het recept binnen kwartier op tafel staan.”
2. Omarm de oventhermometer
“Een oventhermometer kost een paar euro en levert echt gemak op. Baktijden in een kookboek zijn altijd een indicatie en elke oven werkt nou eenmaal anders. Een thermometer geeft een nauwkeurige weergave van de temperatuur in de oven. Door die te gebruiken leert u uw eigen oven goed kennen. Zorg dat de thermometer schoon is en goed af te lezen is door het ovenraampje. Want elke keer als de deur opengaat, komt er een klap koude lucht binnen en dat heeft effect op het eten. Vlees, vis, groente, aardappels, ik gaar het allemaal regelmatig in de oven. Voordeel: ik heb geen omkijken meer naar alles wat daarin staat. Het enige wat ik in de gaten moet houden is of er voldoende vocht in de schaal zit, anders kan het gerecht uitdrogen.”
3. Zout het kookwater
“Ik merk dat mensen vaak voorzichtig zijn met het toevoegen van zout aan
het eten. Dat begrijp ik, want het is niet goed om te veel zout binnen te krijgen. Het klinkt misschien gek, maar wees juist daarom royaal met het zouten van kookwater. Dat eet je namelijk niet, maar het geeft wel smaak aan alles wat erin wordt gekookt. Een snufje zout bij het koken van pasta of groente doet dat echt niet, ik gooi er het liefst een eetlepel zout bij. Daar krijg ik maar een fractie van binnen en het fijne is dat ik daarna geen zout meer aan de pastasaus hoef toe te voegen of over mijn groente wil gooien.”
4. Gebruik pure ingrediënten
“Ik houd van eenvoud en van pure smaken. Alles wat kant-en-klaar te verkrijgen is, zit vaak boordevol zout en suiker. Het is niet moeilijk om iets makkelijks te maken. Met wat blikken goede tomaten, een flinke hand oregano, peper en een laurierblaadje, valt al een lekkere pastasaus te maken. In de supermarkt ligt veel groente ook voorgesneden en in kleine porties. Zo handig! Vaak zijn hier de groenten voor gebruikt die niet zo mooi zijn. Dat is ook nog eens perfect om voedselverspilling tegen te gaan.”
5. Maak zelf bouillon
“Restje groente over? Niet weggooien! De volgende dag is dit een heerlijke basis voor een soepje voor de lunch, of om bouillon van te trekken. Stop die in porties in de vriezer. Want het is weer een heerlijke basis voor tal van gerechten: soep, stoofpotten, risotto. Een goede bouillon geeft een heerlijke smaak aan een gerecht.”
Tekst: Yvonne Brok
