Met bladerdeeg maak je in een handomdraai de heerlijkste dingen. Zolang je dat deeg maar niet zelf hoeft te maken, want dat is moeizaam monnikenwerk. Pak liever een rol uit het verskoelvak of een pakje plakjes uit de diepvries en ga aan de slag!
Bladerdeeg op kamertemperatuur
Voor je begint, moet je de rol of de plakjes op kamertemperatuur laten komen. Gebruik je een bakvorm, vet die dan eerst in (of laat bakpapier onder het bladerdeeg zitten) en drapeer daarop het bladerdeeg. Overhangende randjes wegsnijden of knippen en de randen van de plakjes stevig op elkaar drukken. De bodem flink inprikken met een vork voorkomt dat die zompig en ongaar blijft.
Blind voorbakken
Voor een mooi resultaat moet je in veel gevallen eerst ‘blind bakken’. Zo doe je dat: verwarm de oven voor op 200 graden. Bedek de bodem en de zijkanten van de vorm (dus bovenóp het bladerdeeg) met aluminiumfolie en leg daar een portie bakbonen of een bak-ketting op. Door het gewicht hiervan rijst het deeg niet uit de vorm. Zet de bakvorm een kwartiertje in het midden van de voorverwarmde oven, zodat het deeg gaart. Haal ‘m eruit, laat afkoelen en verwijder de bonen/ketting en de folie. Laat de oven aanstaan. Ondertussen maak je een vulling, want aan een kale bodem heb je natuurlijk niks. En de variaties zijn eindeloos.
5 gerechten met bladerdeeg
1. Een spannende quiche
Snijd 1 ons ham fijn, snipper het wit van 2 preitjes, hak een ½ bosje bieslook fijn, klop 2 eieren los en meng alle ingrediënten door elkaar. Roer er 150 gram zachte geitenkaas bij, plus een zakje Parmezaanse kaas en voeg wat peper en zout toe voor de smaak. Bak de quiche in het midden van de oven in zo’n 20 minuten gaar en goudbruin. Controleer dat door er een satéprikker in te steken: komt die er schoon uit, dan is de quiche gaar.
2. Een kaas-perentaartje
Schil 4 handperen en verwijder het klokhuis. Beleg de bodem van het voorgebakken bladerdeeg met schijfjes peer. Snijd 200 gram blauwe kaas in blokjes en verdeel die over de peer. Strooi er een handje fijngehakte walnoten over en besprenkel het geheel met het sap van een halve citroen. Bestrooi met wat peper en zout en bak de taart in het midden van de voorverwarmde oven in 15-20 af.
3. Citroentaarttoetje
Rasp de schil van 1 citroen en pers er 3 uit. Laat 100 gram boter smelten in een pannetje op een laag pitje. Mix in een kom 2 eieren, 150 gram suiker, 150 gram amandelmeel, een snufje kaneel, drie eetlepels rum, de gesmolten boter, het citroensap en de citroenrasp stevig door elkaar. Giet alles bovenop het bladerdeeg in de taartvorm en laat in het midden van de voorverwarmde oven in zo’n 30 minuten gaar worden.
4. Ontbijtbakjes
Snipper wat takjes peterselie fijn. Leg 4 plakjes bladerdeeg uit op het aanrecht. Vouw de zijkanten van de plakjes omhoog en modelleer ze tot een soort van ‘schuitje’. Bedek de binnenkant met een stukje aluminiumfolie. Laat de schuitjes op een ingevette bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven in circa 10-15 minuten gaar en goudbruin worden. Wel even bijblijven, ze verbranden snel. Haal de bakjes uit de oven, maar laat de oven aan. Peuter de aluminiumfolie eruit en breek boven elk bakje een ei. Bestrooi ze met peper en zout, plus wat geraspte kaas. Zet de bakjes nog een paar minuutjes terug in de oven. Strooi er voor het serveren wat fijngehakte peterselie over.
5. Borrelknabbeltjes
Meng in een kom 50 gram geraspte gruyère, 100 gram Boursin en 1 volle eetlepel pesto door elkaar. Rol een rol bladerdeeg uit op een bakplaat (laat het bakpapier eronder zitten of vet de bakplaat in), of leg 4 plakjes in een vierkant met de randen over elkaar en druk ze aan elkaar vast. Bestrijk het hele oppervlak met het kaas/pestomengsel en leg de tweede rol bladerdeeg (of de overige 4 aan elkaar geplakte plakjes) er bovenop en druk stevig aan. Bestrijk met 1 losgeklopte eierdooier. ‘Snij’ met de achterkant van een mes de plak in vierkantjes van circa 3×3 cm. Bak in circa 20 minuten in het midden van de voorverwarmde af, laat afkoelen en breek de vierkantjes van elkaar.
