fbpx

Wild kijken op de Hoge Veluwe

hoge veluwe

Edelherten, wilde zwijnen, reeën, moeflons: in Nationaal Park de Hoge Veluwe kunt u ze allemaal tegenkomen. Boswachter Henk Ruseler legt uit hoe u deze Grote Vier het beste kunt spotten.

Op de Hoge Veluwe

Veluwe fietsroutes in Nederland

De luidruchtige

“Een edelhert op een paar meter afstand blijft spectaculair, zelfs als je hier al veertig jaar werkt zoals ik. September en oktober zijn helemaal speciale maanden. Dan is het bronsttijd. De mannetjes maken dan een hoop lawaai. Een mannetje brult om tegenstanders op afstand te houden en vrouwtjes te imponeren, zodat hij daarmee kan paren. Het grootste bronstspektakel is bij de speciale wildobservatieplaatsen te zien. Daar zijn de wildweides bemest en smaakt het gras lekkerder dan in het bos. Vaak zijn de vrouwtjes daar op hun gemak aan het eten, terwijl de mannetjes met veel bombarie om aandacht vragen. Soms bent u getuige van een gevecht tussen twee mannetjes, al proberen ze dat zoveel mogelijk te vermijden. Het kost ze veel energie en de kans om gewond te raken is té groot.”

De sierlijke

“Als veertienjarige trok ik al in mijn eentje over de Veluwe. Misschien dat ik daarom reeën ook zo leuk vind: ze zijn net als ik redelijk individualistisch. Ik vind het ook heel sierlijke dieren, met hun smalle kopjes, die donkerzwarte neus en gitzwarte ogen. Ze vallen minder op dan edelherten, simpelweg omdat ze veel kleiner zijn. Reeën hebben de grootte van een fikse hond, terwijl edelherten meer richting een flinke pony gaan. De bronst van valt eerder dan die van edelherten: al in de zomer. De maanden september en oktober hebben reeën nodig om hun vetreserves op te bouwen voor de winter aanbreekt. Er leven hier zo’n 200 tot 250 reeën. U vindt ze vooral in de bosrijke gebieden in het noorden en het zuiden van de Hoge Veluwe.”

De exotische

“Moeflons leefden oorspronkelijk alleen in de bergen van Corsica en Sardinië. De stichter van Landgoed de Hoge Veluwe, Anton Kröller, liet er in 1921 twaalf uitzetten. Op de zandgronden van de Veluwe wisten ze op een karig dieet van twijgjes, gras en korstmos te overleven. Intussen bestaat de populatie uit 220 dieren. Moeflons planten zich net als edelherten voort in de herfst. Ze maken tijdens hun bronst niet zo veel geluid als edelherten, maar de rammen kunnen elkaar met hun grote, gedraaide hoorns wel fikse stoten verkopen. Moeflons leven in grote kuddes van soms wel 150 dieren. Dus óf u ziet er heel veel, óf u ziet ze niet, omdat bijvoorbeeld de hele kudde verscholen zit in het bos. De meeste kans maakt u bij het Bosje van Staf.”

De nachtbraker

“De populatie wildzwijnen op de Hoge Veluwe bestaat uit vijftig dieren. Toch zijn de dieren in juni en in de zomer volop te zien. Het zijn namelijk productieve dieren, die met gemak twaalf biggen krijgen. Gevaarlijk zijn ze niet. Ze vallen alleen aan als ze zich in het nauw gedreven voelen. In de herfst zijn wildzwijnen wat lastiger te spotten. Als de dagen korter worden, worden ze namelijk pas actief als wij het park vanwege de schemering alweer moeten verlaten. Wroetsporen kunt u wel op veel plekken tegenkomen. Mijn advies bij wild kijken is sowieso: geniet in eerste instantie gewoon van het mooie landschap en de prachtige herfstkleuren. Áls u dan wild ziet, is dat de kers op de taart.”

Vijf wildspottips

  1. Op hogeveluwe.nl vindt u een plattegrond met daarop de wildspotlocaties van het park. Hier is de kans op het zien van wild groter.

2. Ga in de namiddag of avond op pad.

3. Wandel langzaam of ga een poos op een kruising van paden zitten. Een dier dat in de bosjes zit, loopt u anders zo voorbij.

4. Loop tegen de wind in, zodat de dieren u niet ruiken.

5. Neem een verrekijker mee om de omgeving af te speuren.

Meer lezen? Ga naar www.blijtijds.nl/rubriek