Een wasmachine heeft, net als andere apparaten, af en toe onderhoud en een goede schoonmaakbeurt nodig. Met deze tips gaat dit onmisbare huishoudelijke apparaat – echt! – langer mee.
Lees ook:
Was drogen in de winter
Schoonmaken
Na wasbeurten kunnen er zeepresten achterblijven in je wasmachine. Daardoor kan hij gaan stinken of zelfs kapotgaan. Maak hem daarom een keer of twee per maand schoon. Haal na elke wasbeurt een (natte) doek langs de rubberen band; hierin blijft – vooral onderin – vaak vuil liggen. En soms ook die ene ontbrekende sok. Heb je een wasmachine waarbij het doseerbakje automatisch wordt gereinigd: prima! Is dat niet het geval, maak het bakje dan zelf af en toe schoon. Reinig ook het filter regelmatig, daarmee voorkom je verstoppingen en draait de wasmachine zuiniger door minder water- en energieverbruik. Werkt je machine niet meer zo goed, dan loont het de moeite om de pomp eens te reinigen. Eerst de stekker eruit, dan schoonmaken met een oude tandenborstel.
Kookwas
Op hoge temperaturen wassen is gelukkig niet nodig om kleding schoon te krijgen, maar voor je wasmachine is het wel goed om ongeveer één keer per maand een kookwas (90 of 95 graden) te draaien. Op deze manier wordt de trommel grondig gereinigd. Hiervoor kun je de volgende producten gebruiken. Gebruik ze niet tegelijk en draai het programma met een lege trommel. Die is na afloop brandschoon!
– Natuurazijn (niet te verwarren met schoonmaakazijn!): giet de inhoud van een fles natuurazijn in het zeepbakje, zet het kookprogramma aan en laat draaien.
– Soda: gebruik een half kopje tot maximaal één kopje (teveel soda is schadelijk voor de machine). Strooi dit in de trommel en zet het kookprogramma aan.
– Vaatwastabletten: stop er twee in het zeepbakje en draai het kookprogramma. Hiermee verwijder je vetluis, een vies spulletje dat ontstaat door zeepresten en voor vieze geurtjes zorgt.
Ook goed voor de wasmachine
Let tot slot op de volgende zaken, die dragen allemaal bij aan een schonere wasmachine.
– Laat na elke wasbeurt de deur van de machine openstaan. Zo lucht je de trommel, gaat de machine minder snel muf ruiken en groeien er minder bacteriën.
– Controleer broek- en jaszakken op losse voorwerpen zoals briefjes en munten. Die kunnen terechtkomen in de pomp of de trommel of deur beschadigen.
– Let erop dat je niet teveel wasmiddel gebruikt, daardoor kan vetluis (zie boven) ontstaan.
– Zet na elke wasbeurt het doseerbakje open, zodat het kan drogen.
– Wissel vloeibaar wasmiddel af met waspoeder. Vloeibaar middel lost beter op, maar poeder reinigt beter. Tip: gebruik poeder voor de witte was en vloeibaar wasmiddel voor de bonte was.
Lees ook:
Was drogen in de winter
