Fermenteren, oftewel het langer houdbaar maken van vers eten, is een oude traditie die terug is van weggeweest! Eenvoudig om te doen en goed tegen verspilling. En wist je dat gefermenteerd eten ook nog eens goed is voor je darmflora? Fermenteren is heel eenvoudig te doen volgens de volgende stappen.
Fermenteren, hoe werkt dat?
Voedsel dat wordt gefermenteerd verandert tijdens het fermentatieproces van smaak, uiterlijk en geur. Dat komt doordat schimmels, bacteriën en gisten hun werk gaan doen: zij breken de onderdelen waaruit het voedsel bestaat op, waardoor het makkelijker verteerbaar wordt. Door het toevoegen van zout kunnen melkzuurbacteriën gedijen, wat de houdbaarheid verlengt.
Zelf aan de slag: fermenteren in vijf stappen
1. Selecteer en snijd groente
Niet alle soorten groente zijn geschikt om te fermenteren. Vooral harde groenten zijn ideaal om te fermenteren. Bladgroente zoals spinazie doet het niet zo goed. Snijd de groente heel fijn, hoe fijner, hoe sneller het fermenteert. Stop ze in een glazen pot en voeg per pot ongeveer 20 gram zout toe.
2. Zorg voor vocht
Sommige groenten bevatten veel vocht en laten dit vanzelf los zodra ze even in de pot zitten. Je kunt dit proces versnellen door ze wat te kneuzen in de pot. Andere groenten hebben extra vocht nodig. Voeg dus indien nodig wat vocht toe, zodat het geheel wel onder water staat.
3. Voeg olie toe
Voeg een scheut geurloze olie (olijf of kokos) toe zodat er geen zuurstof bij de groente komt en het geheel dus niet gaat schimmelen.
4. Geef de pot warmte
Sluit de pot en plaats hem op de warmste plek in je huis. Gedurende 3 á 4 dagen open je de pot dagelijks even om de lucht eruit te laten. Tegen die tijd proef je om te weten of de balans tussen zuur en zout goed is. Zet de pot na 3 tot 10 dagen in de koelkast.
5. Smullen maar
Eenmaal in de koelkast en gefermenteerd zijn deze groenten nog maanden houdbaar. Je ruikt het vanzelf als de groente niet meer goed is.
