fbpx

Tien boeken die je gelezen moét hebben en nooit las

boeken die je moet lezen

Ken je dat? Zo’n stapel op je nachtkastje, zo’n verzwaarde koffer met vakantie-leesvoer, zo’n absolute aanrader (of drie, of meer) die je in handen gedrukt krijgt op je verjaardag? Boeken! Heerlijk, je wilt ze allemaal absoluut lezen. Straks, of later, of ooit. ’t Komt er alleen niet van. Hierbij (een willekeurige) top-10 van boeken die jij – en vele anderen met jou – eigenlijk gelezen moet hebben maar nooit las. Kun je er toch over meepraten.

Lees ook:
5 boeken voor grijze dagen

1. Elementaire deeltjes – Michel Houellebecq

De Franse schrijver, tevens filmmaker en dichter, verhaalt over twee halfbroers: Bruno, de seksverslaafde leraar Frans, wanhopig op zoek naar liefde. En Michel, de contactgestoorde wetenschapper die probeert de op liefde voorgeprogrammeerde mens te vinden. Samen verbeelden zij de nederlaag van het westerse individualisme in een wrangkomische zedenschets. Niet om door te komen.

2. Honderd jaar eenzaamheid – Gabriel Garcia Marquez

Een roman van deze Colombiaanse Nobelprijswinnaar over verschillende generaties familiegeschiedenis, waarvan wereldwijd ongeveer 30 miljoen exemplaren zijn verkocht. Magisch realisme boordevol anekdotes over zinloze opstanden, corruptie, vliegende priesters, alchemisten en een stamvader die – echt vastgebonden aan een stam – volslagen krankzinnig een bovenmenselijke ouderdom bereikt. Wie het snapt, mag het zeggen.

3. Knielen op een bed violen – Jan Siebelink

Kreeg de AKO Literatuurprijs in 2005 en werd verfilmd. De hoofdpersoon groeit op in een sektarisch godsdienstig milieu. Zijn huwelijk, zijn kinderen, zijn bedrijf en hijzelf gaan daaronder zwaar gebukt, maar hij blijft bij de sekte want weet zich ‘uitverkoren’ Wanneer hij op sterven ligt, krijgen zijn vrouw en kinderen geen toestemming om afscheid van hem te nemen. Loodzware kost, zeker voor wie zelf met een geloof worstelt.

tien boeken die je gelezen moet hebben

4. Portnoy’s klacht – Philip Roth

De Amerikaanse Pulitzer Prize-winnaar Roth vertelt het verhaal van Alexander Portnoy, die in de jaren veertig van de vorige eeuw opgroeit in de morsige industriestad Newark (New Jersey), in een gezin van kleine joodse middenstanders. Geheel in de greep van zijn joodse jeugd en zijn dominante moeder en voortgestuwd door zijn dwangmatige seksualiteit, gaat hij te biecht bij een psychiater. Mooi tijdsbeeld, expliciete seks, moeizaam maar ook humor.

5. Bonita Avenue – Peter Buwalda

Drie hoofdpersonen die afwisselend het verhaal vertellen, plus nogal wat heen en weer gereis in de tijd: je moet goed opletten bij deze vuistdikke roman/thriller over een rector magnificus van de Twentse universiteit met een tweede huwelijk, zijn stiefdochter die met haar vriendje een louche internethandeltje drijft en een zoon uit een eerder huwelijk die vrij komt uit de Scheveningse gevangenis. In 2000, het jaar van de Enschedese vuurwerkramp, ontploft ook het gezin. Moord, doodslag, zelfmoord, porno, bloed, wanhoop en veel gepsychologiseer in een wijdlopig literair jasje. Haalde in 2011 de Gouden Strop en de Libris Literatuurprijs net niet.

6. De wetten – Connie Palmen

Over de lotgevallen van een filosofiestudente (Palmen zelf) op zoek naar de regels – de wetten – van het bestaan: hoe moeten we ons gedragen, wat moeten we doen, wie zijn wij, enzovoort. Ze komt er niet uit en gaat dan zelf maar schrijven. En dan komen de volgende vragen: gaat het in de kunst om erkenning, of staat erkenning het werk juist in de weg? Verwarring als thema, en dat bijna 200 pagina’s lang…

boek hoofdstuk

7. Lolita – Vladimir Nabokov

Een veel vertaalde en verfilmde roman van deze Amerikaans/Russische schrijver uit 1955 over de manisch-erotische obsessie van een literaire wetenschapper voor het 12-jarige dochtertje van zijn hospita. Hij krijgt een (ook seksuele) verhouding met haar, maar dan ontwikkelt Lolita een eigen willetje en verlaat hem voor een ander. Geen beste keus, de man misbruikt haar. Als de wetenschapper Lolita jaren later weer op het spoor komt vermoordt hij de minnaar. Indertijd een schandaalboek van jewelste, maar het thema is van alle tijden.

8. De ontdekking van de hemel – Harry Mulisch

Is de hemel een organisatie die op het punt staat begrepen en opgerold te worden door de technologisch hoogontwikkelde mens van de twintigste eeuw? Een totaalroman waarin alle thema’s en obsessies uit het werk van Harry Mulisch in 65 hoofdstukken bijeenkomen. Een psychologische, filosofische,  ontwikkelings-, avonturen- en tijdsroman en een alles overkoepelend mysteriespel. Mulisch’ grootste en belangrijkste werk, in elk geval volgens hemzelf. De verfilming is een stuk beter te behappen.

9. De avonden – Gerard Reve

Het verhaal van kantoorklerk Frits van Egters, die nog wat na-pubert in de donkere decemberdagen vlak na de Tweede Wereldoorlog. Alles is grijs en somber, de spruitjes walmen je tegemoet. De jongen probeert los te komen uit het verstikkende milieu van zijn dominante vader en sloofse moeder. Egters is een beetje een rare, hoogtepunt is als hij een stofnestje uit z’n navel peutert. De verfilming – met Rijk de Gooijer als de vader – is aanzienlijk beter te verteren dan het boek.

10. Het verdriet van België – Hugo Claus

Een niet erg vleiend portret van een Vlaamse collaborerende familie in de jaren voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, en een portret van het Vlaamse leven in de periode 1939 tot 1947 en de crisisachtige politieke verhoudingen in die tijd. Het is ook een beschrijving van de jongensjaren van Louis Seynaeve, gebaseerd op Claus’ eigen jeugd. De fantasie van Louis en de werkelijkheid lopen nogal door elkaar, je weet vaak niet waar je aan toe bent. En ook het Vlaams is soms verwarrend.

Lees ook:
4 heerlijke boeken om je bij te ontspannen