Door lage spaarrentes en hoge rendementen op aandelen is het verleidelijk om te gaan beleggen. Beurscommentator en belegger Janneke Willemse geeft tips voor een goede start.
Lees ook:
Beleggen in 4 simpele stappen
Verstandig beleggen doe je zo
1. Doelen stellen
Stap één is: bekijk uw financiële situatie en stel daarbij een doel. Bijvoorbeeld de aflossing van de hypotheek, een studiepotje voor de (klein)kinderen of op termijn wat extra geld achter de hand. Let op, beleg alleen met geld dat voorlopig kan worden gemist. Want geld dat is belegd, heeft u niet direct weer tot uw beschikking. Het is verleidelijk mee te gaan in het enthousiasme van succesvolle beleggers en het feit dat er momenteel amper rente op spaarrekeningen zit. Wees kritisch op uw eigen financiële mogelijkheden en wensen én zorg ervoor dat u altijd spaargeld achter de hand houdt. Bovendien zijn er ook andere manieren om wat met geld te doen. Denk aan het isoleren van uw huis. Dat levert direct woongenot op én zorgt ervoor dat de energierekening daalt. Wie wil beleggen op de beurs moet een beleggingsrekening openen. Dat kan niet met een gewone bankrekening.
2. Verschillende vormen
De volgende stap is bedenken welke vorm van beleggen het geschiktst is en hoeveel tijd en energie het mag kosten. Dit zijn grofweg de opties:
1. Alles uitbesteden aan een (online) vermogensbeheerder. Dat betekent hoge kosten, maar geen werk voor uzelf.
2. Zelf beleggen in beleggingsfondsen en indextrackers, dat zijn de ‘mandjes’ met verschillende beleggingen erin.
3. Alles zelf doen: bedrijven uitzoeken en vervolgens aandelen kopen en verkopen.
De meeste mensen kiezen voor de tweede optie. Het basisprincipe voor een goed rendement is het geld verdelen over verschillende beleggingen, dus aandelen van verschillende bedrijven aankopen. Een aandeel is een stukje van een bedrijf. Als een bedrijf het goed doet, stijgt hopelijk de koers en levert een aandeel meer op als het wordt verkocht. Voor nog betere spreiding zijn ook obligaties nodig; stukjes van een lening aan een bedrijf of aan de staat, die daarover rente betaalt. De koers van obligaties gaat minder vaak omhoog en omlaag dan die van aandelen.
Door goed te spreiden wordt het risico op verlies kleiner. Draait het ene bedrijf verlies, dan wordt dat wellicht gecompenseerd door aandelen van een winstgevende organisatie. Verder geldt: hoe langer geld wordt belegd, hoe groter de kans is met winst te eindigen. Als laatste is het belangrijk om de kosten zo laag mogelijk te houden. Realiseer dat niet alleen een beleggingsrekening geld kost, ook het aan- en verkopen van aandelen brengt transactiekosten met zich mee. Wie dat vaak doet, heeft hoge kosten en dus minder opbrengst. Bij beleggen in aandelen en obligaties kan overigens niet meer worden verloren dan is ingelegd.”
3. De risico’s
“Ook voor mensen met minder budget kan beleggen interessant zijn, zolang ze het bedrag dat ze willen beleggen een tijd kunnen missen. Wie een klein bedrag, bijvoorbeeld 50 euro, lange tijd belegt, profiteert van een rente-op-rente-effect en zo kan het bedrag groeien. Maar beleggen is een kwestie van omgaan met onzekerheden, niemand weet wat er gebeurt met de beurskoersen. Ik vergelijk dat weleens met voetbalanalisten die alles weten van iedere speler en opstelling en daarnaar voorspellingen doen. Ook zij moeten de wedstrijd toch uitzitten voordat ze weten wie er heeft gewonnen.”
Tekst: Yvonne Brok
